Onregelmatig organiseert Music.Aijen concerten in de expositieruimte van Galerie Pictura.

Om zeker te zijn dat we onze musici kunnen betalen vragen wij u minstens 10 dagen van tevoren telefonisch of per mail te reserveren en de betaling uiterlijk een week voor het concert overmaken op rekeningnummer NL66 RBRB 0851 449 131 t.n.v. R.v.d.Veen. Wij hebben minstens 30 betalende toehoorders nodig om het concert door te kunnen laten gaan, dus hoe eerder de betaling op onze rekening staat hoe eerder u en wij weten of het concert doorgaat!

De Entree is all inclusief!! Dus ook de koffie en de wijn!!

zondag 4 februari 2001

2001 / 4 febr. Delusse Kwartet

Het Delusse Kwartet bij Music-ayen.

Zondag 4 februari, aanvang 12.30 u., organiseert Music-ayen weer een concert, deze keer musiceert het Delusse Kwartet, de samenstelling is: Frédérique Chauvet met kleppenfluit, Marinette Troost - viool, Christine Brandenburg - altviool en Carla Rosenberg bespeelt de cello. Deze hooggekwalificeerde musici hebben hun opleiding voltooid aan diverse conservatoria. Daarna hebben zij vele vervolg opleidingen gedaan in binnen- en buitenland. Nu spelen zij in diverse orkesten en werken zij mee in grote concerten o.a. in Amsterdam.
Zij zullen werken ten gehore brengen van Franz Joseph Haydn, Wolfgang Amadeus Mozart, Luigi Boccherini en Johan Christian Bach.

Om dit gezelschap nu in onze streek te mogen beluisteren is dan ook een bijzondere gebeurtenis. Als u geïnteresseerd bent om bij dit concert aanwezig te zijn, dan dient u telefonisch te reserveren (0485-341970) en  ƒ 35,–  entree over maken aan Music-ayen.
De uitvoering is in Galerie Pictura aan de Aijenseweg 16b Aijen (gem. Bergen Lb.)

In de 2de helft van de 18de eeuw is het tijdperk van de basso-continuo voorbij. Groter hoogte der Barokmuziek was na de 1750, het sterfjaar van Johann Sebastian Bach, ondenkbaar en een stijlperiode is afgesloten. Het economisch klimaat is gunstig. De muziek is niet meer voorbehouden aan de kerk of aan de vorstelijke hoven. Welgestelden van adelijke of burgerlijke komaf hebben de emotie ontdekt. Ze spelen zelf, nodigen beroepsmusici uit  bij hen thuis en componisten zorgen voor nieuw repertoire, composities voor allerlei combinaties van instrumenten. Telemann, de wegbereider, wordt al snel gevolgd door de zonen van Bach die op hun beurt weer voorbereidend werk doen waar de ‘klassieke’ meesters hun voordeel mee zullen doen. Componisten grijpen terug naar de meerstemmige rijkdom van het vocaal kwartet uit de Renaissance. Vier gelijkwaardige stemmen geven uitdrukking aan een humanistisch ideaal dat in deze tijd opgeld doet maar het strijkkwartet, waarvan Haydn als uitvinder geldt, is weliswaar prachtig maar velen te streng. Gelukkig leveren de instrumentenbouwers een oplossing.

Als de muziek verandert moeten de instrumenten aangepast – en omgekeerd. Er is behoefte aan een groter volume. Bij de strijkinstrumenten kan volstaan worden met wat sleutelen aan de kam en aan de strijkstok. De mogelijkheden van de fortepiano vragen om nieuwe – ‘wohltemperierte’ - stemsystematieken en wat daar niet allemaal mee kàn! Wel krijgen de verhoogde en verlaagde tonen toenemend een zelfde klankkleur en de varieteit  van de toonaarden vermindert, maar voor de  blaasinstrumenten blijkt dat eerder een voordeel. Voor de dwarsfluit – pas sinds het begin van de 20ste eeuw een metalen ‘houtblaasinstrument’ – worden ‘vorkgrepen’ toenemend overbodig en de bouwers kunnen hun instrumenten nu van kleppen voorzien. Zo voldeed ook de dwarsfluit aan de nieuwe eisen. De Franse instrumentbouwersfamilie Delusse werd beroemd om haar prachtige blaasinstrumenten en de briljante fluitmethode van Christophe Delusse is tot op heden in gebruik. De componisten maakten vanzelfsprekend gebruik van de nieuwe fluittechnieken in fluittrio’s en –kwartetten.

Een fluitkwartet wordt gevormd door fluit, viool, altviool en cello. Aan de fluit is meestal de virtuoze bovenstem toevertrouwd terwijl de viool de iets minder hooggelegen tweede stem speelt. Altviool en ‘cello, aanvankelijk nog niet ver verwijderd van de basso-continuo uit Telemanns triosonate, kregen steeds meer een zelfstandige rol, niet onder maar náást de twee bovenstemmen. Hoezeer deze combinatie in de smaak viel blijkt wel uit het rijke oorspronkelijk repertoire èn de bewerkingen die operacomponisten – Mozart - maakten van hun ‘famous hits’.

Frédérique Chauvet – fluit
behaalde de Médaille de Flûte Traversière aan het Conservatoire de Versailles in Frankrijk. Hierna besloot zij zich toe te leggen op de uitvoeringspraktijk van de Oude Muziek. Zij studeerde muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en traverso bij Barthold Kuijken en bij Wilbert Hazelzet aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag.
Frédérique Chauvet is vast traversospeelster van het barokorkest Concerto ’91 Amsterdam en zij speelt regelmatig met The Taverner Players o.l.v. Andre Parrot, met de Rheinische Cantorei en bij de Deutsche Händelsolisten. Met het trio ‘Il Galante’ – waarin zij evenals in het Delusse Kwartet een kleppenfluit bespeelt – behoorde zij in 1992 tot de prijswinnars van het Van Wassenaer Concours te Amsterdam. Naast het geven van masterclasses dirigeerde zij een tiental barokopera’s.

Marinette Troost – viool
studeerde aan het Maastrichts Conservatorium en aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam en vervolgens specialiseerde zij zich in Oude Muziek en ‘historische uitvoeringspraktijk’ bij Lucy van Dael. Zij speelde in ensembles als het Leonhardt Consort, La Petite Bande (Sigiswald Kuijken), La Chapelle Royale (Philippe Herreweghe) en het Orkest van de Nederlandse Bachvereniging. Als solist was zij te gast bij nog vele andere grote- en kleine ensembles. Sinds de oprichting in 1981 is zij lid van het door Frans Brüggen geleide Orkest van de 18de Eeuw.
Marinette Troost geeft regelmatig zomercursussen en zij leidt masterclasses aan de muziekacademies van Krakau (Polen), Praag en Boedapest.

Christine Brandenburg – altviool
studeerde aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam bij Jo van Helden en aan het Brabants Conservatorium bij Ervin Schiffer. Zij specialiseerde zich vervolgens in barokmuziek bij Jaap Schröder en bij Alda Stuurop. Zij speelde o.m. met de orkesten Concerto Köln, Die Rheinische Cantorei, La Stravaganza en Les Talens Lyriques o.l.v. Christophe Rouset. Zij werkt regelmatig mee met produkties in kleine bezetting en is eerste altvioliste bij het barokorkest Florilegium Musicum. In Parijs en Londen werkte zij met gerenommeerde dirigenten als René Jacobs en William Christie. Als ‘modern’ altvioliste maakt Christine Brandenburg deel uit van een strijkkwartet en remplaçeert zij bij het Gelders Orkest en bij het Radio Kamerorkest.

Carla Rosenberg – cello
studeerde cello in haar geboorteland aan het New England Conservatory of Music in Boston waarna zij zich toelegde op het bespelen van de barokcello. In Washington, DC maakte zij deel uit van de Smithsonian Chamber Players, the Washington Chamber Symphony, The Violins of Lafayette en van Arcovoce. Ook gaf zij celloles aan de American University en aan de George Washington University.  Ook nadat zij zich in 1997 in Nederland had gevestigd speelde zij nog bij de Wolf Trap Opera en bij het University of Maryland Händel Festival als vaste celliste de continuopartijen. Carla Rosenberg heeft zich in Nederland  ontwikkeld als veelgevraagd speelster in zowel ‘moderne’ als barokorkestenzoals het Noordhollands Philharmonisch Orkest, Florilegium Musicum, Concerto ’91, Les Perruques dÁmsterdam en verschillende kamermuziekensembles.


Het programma dat zij 4 februari ten gehore zullen brengen:

Franz Joseph Haydn (1732-1809) Quartet Opus 5 no.1
Presto
Adagio
Minuetto Trio
Presto

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Quartet in G
Andante
Tempo di Menuetto

Luigi Boccherini (1743-1805) Quartet Opus 5 no. 1
Allegro Vivace
Tempo di Minuetto Trio
Larghetto
Finale Presto
Pauze

Johann Christian Bach (1735-1782) Quartet in A
Allegro
Grazioso
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Quartet in C
Allegro
Thema
Variaties 1 t/m 6






.